Verschil duurdere leaseauto terugbetalen bij ontslag werknemer?

Een medewerker die een duurdere auto van de zaak rijdt dan het normbedrag, maakt de overstap naar een ander bedrijf. Een collega neemt de wagen over, maar de rekening van het verschil van 10.000 euro wordt aan de oud-medewerker gepresenteerd. Hij stapt nu naar de rechter.

De betreffende werknemer, die in verband met zijn functie voor een bedrag van 845 euro per maand een leaseauto mocht rijden, zocht een Volvo uit waar hij maandelijks 1.203,95 euro voor kwijt was. Terwijl het leasecontract nog 44,5 maanden liep, zegde hij zijn baan op.

Het autoreglement van de organisatie bevat regels bij ontslag. Er zijn diverse mogelijkheden. Zo neemt de medewerker de kosten op zich van voortijdige beëindiging van het contract als hij een speciale auto heeft gereden. Een andere optie is dat een collega de wagen overneemt. In dat geval neemt de werkgever de auto in, om het transportmiddel later aan een ander over te dragen. Die betaalt vervolgens 15% meer dan het normcalculatiebedrag.

Gedragen als goed werkgever en werknemer
Het verschil tussen het bedrag wat de tweede bestuurder betaalt en de daadwerkelijke leasekosten, bedraagt ongeveer 10.000 euro. Maar de kantonrechter wijst de vordering van de werkgever af in verband met artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek: Werkgever en werknemer zijn verplicht zich als goed werkgever en goed werknemer te gedragen.

De kantonrechter oordeelt als volgt:
De werkgever kiest ervoor om personeel een leaseregeling aan te bieden. Maar het risico van een afkoopsom bij voortijdige beëindiging legt de firma bij de werknemer. Die persoon heeft echter geen contract met de leasemaatschappij.

Artikel 7:611 BW betekent dat de werkgever, bij het stoppen van het arbeidscontract en (mogelijke) beëindiging van het leasecontract, de belangen van de werknemer in de gaten moet houden. Het feit  dat de medewerker bekend was met de risico’s van een eventuele afkoopsom, verandert daar niets aan.

De werkgever heeft de leaseauto terug genomen en in haar bedrijf overgedaan aan iemand anders. Vervolgens is met die andere werknemer een gebruikersovereenkomst gesloten voor de auto. Die wijkt af van het oorspronkelijke contract. De tweede automobilist heeft een extra bijdrage van 15%. Dit hangt samen met een besluit van de ondernemingsraad van 1 juni 2017.

Instructie ondernemingsraad was onbekend
De werkgever houdt de vertrekkend werknemer verantwoordelijk voor het verschil.  Maar volgens de kantonrechter voorziet  de bedrijfsautoregeling niet in een dergelijke constructie. Verder wist de vertrokken medewerker niets van de instructie van de ondernemingsraad. Hij heeft hier niet mee ingestemd.

De betreffende oplossing is niet vooraf besproken, maar als voldongen feit gepresenteerd.  Maar het bedrijf kon er vanuit gaan dat de voormalig medewerker de afkoopsom niet meer zou hoeven te voldoen als de auto naar een ander persoon zou gaan.

De keuze van de werkgever moet voor rekening en risico van de werkgever blijven, aldus de rechter. Dat deze oplossing gunstiger is dan de claim om de volledige afkoopsom bij beëindiging van het leasecontract te betalen, een andere optie uit de bedrijfsautoregeling, en dat het bedrijf een sign-on bonus van de nieuwe werkgever heeft ontvangen, mogelijk (maar niet verplicht) te gebruiken om een afkoopregeling van de leaseauto te compenseren, verandert daar niets aan.

De vordering van de werkgever wordt dus afgewezen.

Bron: CM