Europese Commissie wil EU-regels voor bedrijfsleven vereenvoudigen

De Europese Commissie heeft 26 februari 2025 een groot pakket maatregelen voorgesteld om EU-regels voor het bedrijfsleven te vereenvoudigen. Een van de voorstellen is aanpassing van de regels voor duurzaamheidsrapportages (CSRD). In de voorgestelde regels hoeven bedrijven tot duizend werknemers en met een omzet lager dan 450 miljoen euro niet meer te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties. Een ander onderdeel van de voorstellen van de Commissie is de versimpeling van de CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism).

De Commissie stelt ook voor de verplichting voor duurzaamheidsrapportages uit te stellen tot 2028 voor bedrijven die dat vanaf 2026 of 2027 moeten gaan doen.

Door onder meer fors te snijden in verantwoordingsrapportages over duurzaamheid wordt het administratieve leven van ondernemers eenvoudiger gemaakt, zegt de Commissie. Dit betekent in de praktijk dat 80 procent van de bedrijven niet meer hoeft te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties. Het doel van de voorstellen is verbetering van het ondernemingsklimaat in de EU en vergroting van de concurrentiekracht.

Een ander onderdeel van het voorstel van de Commissie is de versimpeling van de CO₂-heffing aan de buitengrenzen van de EU (CBAM). Die heffing moet EU-bedrijven beschermen tegen concurrentie uit landen met lagere klimaatambities. Met de heffing betalen importeurs dezelfde prijs voor de uitstoot van CO₂ die met de productie ervan is gemoeid, als Europese fabrikanten. De Commissie wil kleine importeurs vrijstellen van CBAM-verplichtingen door invoering van een CBAM-drempel.

De Europese Commissie stelt ook voor te snoeien in de wettelijke EU-verplichting tot internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Als alle voorstellen worden goedgekeurd, kan volgens de Europese Commissie jaarlijks 6,3 miljard euro aan administratieve kosten worden bespaard.

De Europese Commissie zegt dat de klimaatdoelstellingen van de EU overeind blijven. Dat betekent dat de EU in 2050 klimaatneutraal moet zijn. Op weg daarnaartoe moet de EU in 2030 55 procent minder broeikasgassen uitstoten.

Bron: TaxLive

Privégebruik vrachtauto van de zaak: bijtellingsregels van toepassing?

Kun je bij privégebruik van een vrachtwagen (vrachtauto van de zaak) ook bijtelling privégebruik verrekenen? Zo ja, hoe?

Als een werknemer privékilometers rijdt met een vrachtauto van de zaak is de waarde in het economische verkeer van het privégebruik loon van de werknemer. Dit lees je in artikel 13 lid 1 Wet LB 1964.

De waarde is het aantal privékilometers x de werkelijke kilometerprijs. De kilometerprijs bestaat uit de kosten per kilometer voor brandstof, onderhoud, reparatie, afschrijving, motorrijtuigenbelasting en verzekering.

De eigen bijdrage van de werknemer voor het privégebruik mag je in mindering brengen op de bijtelling. Dit mag niet leiden tot een negatief bedrag op kalenderjaarbasis.

De reguliere (forfaitaire) bijtellingsregels zijn hier niet van toepassing. Die gelden alleen voor personenauto’s en bestelauto’s.

Informatie hierover lees je in paragraaf 23.5 Reizen met een ander vervoermiddel van de zaak in het Handboek Loonheffingen 2024.

Bron: Forum Salaris

Actieagenda Auto: zelfrijdende auto vanaf 2027 welkom in Nederland

Autonoom rijden • Intussen zijn de fabrikanten juist bezig met afschalen op het gebied van autonoom rijden.

Naar verwachting is Nederland in 2027 klaargestoomd voor de introductie van autonoom rijdende voertuigen. Dat staat in de ‘Actieagenda Auto’, een overheidsdocument van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).

De betrokken partijen willen in 2025 een wetswijziging voorstellen aan de Kamer. In de komende tijd gaan het IenW, het ministerie van Justitie en Veiligheid, Rijkswaterstaat, de Rijksdienst Wegverkeer (RDW) en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) zich buigen over de kwestie van autonoom rijden in Nederland. Naar verwachting duurt het dan nog tot 2027, voordat Nederland klaar is voor de introductie van autonoom rijdende auto’s.

Autonome voertuigen
Autonoom rijden is al mogelijk op daarvoor ingerichte locaties in Duitsland en de Verenigde Staten. Maar ook Nederland is een initiatiefnemer op het gebied van de zelfrijdende auto. In 2016 spoorde Nederland, als voorzitter van de Europese Raad, aan om de regelgeving rondom geautomatiseerde voertuigen te harmoniseren in de Europese Unie. Ook was Nederland de eerste EU-lidstaat die nationale regelgeving had om experimenten uit te voeren met geautomatiseerde voertuigen zonder menselijke bestuurder aan boord.
Op dit moment worden beleidsmatige en juridische kaders ingericht voor het testen met geautomatiseerd vervoer op de openbare weg. Dit heeft als doel om geautomatiseerd vervoer toe te laten en in te passen in het mobiliteitssysteem.

Afschalen
Fabrikanten schalen juist af op het gebied van zelfrijdende auto’s. Bij de reorganisatie van Bosch komen wereldwijd duizenden banen te vervallen, de meeste daarvan zullen verloren gaan bij de tak die zich bezighoudt met software voor zelfrijdende auto’s. Daarnaast liet General Motors onlangs weten dat het bedrijf geen brood meer ziet in de ontwikkeling van de Cruise-robotaxi.

Bron: Automotive-online

Er zijn in 2024 enorm veel nieuwe bedrijfswagens geregistreerd

Vorig jaar is er in Nederland een gigantisch aantal nieuwe lichte bedrijfswagens geregistreerd. Het gaat om bijna 130.000 stuks. Dat waren er maar liefst bijna 90 procent meer dan in heel 2023. Dat blijkt uit cijfers van RAI Vereniging, Bovag en RDC.

In 2024 zijn er in ons land 129.878 lichte bedrijfswagens gekentekend. Dat waren er een indrukwekkende 87,4 procent meer dan in 2023. Dat hoge aantal heeft de automarkt zowel te danken als te wijten aan de bpm-vrijstelling voor bedrijfswagens. Met ingang van 1 januari 2025 komt die namelijk te vervallen, met als gevolg dat de prijzen van bedrijfswagens flink omhoog schieten, vooral die van bestelauto’s met een verbrandingsmotor.

Dat er nog veel ondernemers en handelaren wilden profiteren van de in 2024 nog wel geldige bpm-vrijstelling, bleek in december. Toen werden nog eens 32.734 bedrijfswagens geregistreerd. Dat waren er maar liefst 621,6 procent meer dan de 4.536 exemplaren die in december 2023 een kenteken kregen. Bovag meldt dat later deze maand duidelijk wordt hoeveel van de bedrijfswagens die tijdens de eindsprint in december een kenteken kregen, daadwerkelijk door ‘de eindgebruiker’ zijn aangeschaft en hoeveel er onverkocht op naam is gezet. Die bedrijfswagens kunnen namelijk de komende tijd als nieuw zonder bpm worden verkocht. Het is aannemelijk dat de bedrijfswagenverkoop in 2025 een flinke duikvlucht zal maken.

Bron: Autoweek

Dit verandert op 1 januari 2025: AOW, NHG, zzp, pgb, btw, mrb en veel meer

Het is weer zover. Op 1 januari gaan er altijd nieuwe wetten, regels en belastingtarieven in. Daarom hier een overzicht van de belangrijkste veranderingen per 1 januari 2025.

Inkomen en belastingen
Minimumloon en AOW omhoog
Elk halfjaar past de overheid het minimumloon aan. Dat gaat nu van 13,68 naar 14,06 euro per uur. Dat bedrag geldt voor iedereen van 21 jaar en ouder. Het minimumloon voor mensen onder de 21 is lager. Op basis van de verhoging van het minimumloon gaan ook uitkeringen omhoog. Zoals de AOW, die gaat voor alleenwonenden van 1486,24 naar 1497,77 euro netto per maand. Ook de WAO, WIA, Wajong en Ziektewet gaan omhoog.

Belastingschijven aangepast
De inkomstenbelasting krijgt drie in plaats van twee belastingschijven. De oude eerste belastingschijf wordt in tweeën gesplitst. Het tarief gaat daarbij iets omlaag voor de eerste 38.441 bruto die je verdient en voor wat je daarboven verdient tot 76.817 juist iets omhoog.

Maximale heffingskorting omlaag
Tegelijk met de verlaging van de eerste belastingschijf gaat de maximale algemene heffingskorting omlaag van 3362 euro naar 3068 euro.
De algemene heffingskorting is een inkomensafhankelijke korting op de inkomstenbelasting. Hoe hoger de korting, hoe minder inkomstenbelasting je dus moet betalen. Mensen met een inkomen tot 28.406 euro krijgen deze korting in zijn geheel. Is je inkomen hoger, dan wordt die steeds minder en verdien je meer dan 76.817, dan is die nul euro.

Kansspelbelasting hoger
Als je iets wint bij een loterij, een gokmachine of een ander kansspel, dan moet je daar belasting over betalen. Die belasting gaat opnieuw omhoog. In 2024 ging die van 29,5 naar 30,5 procent. In 2025 gaat die naar 34,2 procent. Kansspelbelasting geldt alleen voor grote prijzen van 450 euro of meer.

Kinderopvangtoeslag omhoog
De kinderopvangtoeslag gaat omhoog. Ouders krijgen een groot deel van wat ze moeten betalen vergoed. Bijvoorbeeld een gezin met één kind op de opvang en een gezamenlijk inkomen van 45.000 euro: in 2024 kregen zij 87,3 procent van de kosten tot de maximumuurprijs terug. In 2025 stijgt dat naar 96 procent. Ook de kinderbijslag en het kindgebonden budget gaan wat omhoog.

Hogere btw op agrarische producten
Sommige producten voor boeren gaan van het lage btw-tarief van 9 procent naar het hoge tarief van 21 procent: granen en peulvruchten die geen voedingsmiddel zijn, pootgoed voor de teelt van groenten en fruit, (pluim)vee en slachtafval, beetwortelen, land- en tuinbouwzaden, rondhout, stro, veevoeders, vlas en wol.

Vervoer
Wel wegenbelasting, geen subsidie meer voor elektrische auto
Voor auto’s die geen CO2 uitstoten hoefde je tot nu toe geen motorrijtuigenbelasting te betalen. Maar dat wordt afgebouwd. In 2025 ga je wel wegenbelasting betalen. Die is nog wel lager dan voor auto’s op brandstof, je krijgt 75 procent korting op het normale tarief.
En er verandert meer voor elektrische auto’s: de koopsubsidie stopt. In 2024 kreeg je nog 2950 euro subsidie als je een nieuwe elektrische auto kocht en 2000 voor een tweedehands elektrische. Maar het nieuwe kabinet schrapt deze bijdrage vanaf 2025.
Tegelijk gaat de bijtelling voor een elektrische auto van de zaak ietsje omhoog, van 16 naar 17 procent. Hierdoor betaal je iets meer inkomstenbelasting. Het plan is dat de bijtelling in 2026 stijgt naar 22 procent, hetzelfde tarief als voor benzine- en dieselauto’s.

Laadpaalstroom duurder
Als je je elektrische auto oplaadt bij een publieke laadpaal op straat, ga je meer energiebelasting betalen. Die laadpalen kregen een speciale korting op de energiebelasting om elektrisch rijden te stimuleren, maar het nieuwe kabinet stopt die regeling. Het effect verschilt per paal, maar volgens vergelijkingssite Laadpastop10 ga je gemiddeld 7 cent per kilowattuur extra betalen.

Bpm omhoog, voor plug-inhybride anders
De speciale belasting die je betaalt als je een auto koopt, de zogeheten bpm, gaat met zo’n 200 euro omhoog. Dat is het vaste deel van de bpm. Het deel van de bpm dat afhankelijk is van de CO2-uitstoot van een auto verandert niet.
Maar het aparte tarief van de bpm voor een hybride auto met stekker verdwijnt wel. Hoeveel aanschafbelasting je betaalt, hangt dus af van hoeveel CO2 een auto uitstoot. Deze hybrides stoten in de praktijk vaak aanzienlijk meer uit dan in een testomgeving, daarom hadden ze een apart tarief om dat recht te trekken.
Maar nu gaat de EU plug-inhybrides strenger testen. Daardoor zal dezelfde hybride nu een hogere CO2-uitstootwaarde krijgen, daarom krijgen deze auto’s geen apart, hoger, tarief meer.

Bpm voor bestelauto
Ondernemers die een bestelbusje kopen, moeten voortaan ook aanschafbelasting gaan betalen. De vrijstelling voor ondernemers verdwijnt. Tenminste, voor bedrijfswagens die op benzine, diesel of gas rijden. Voor volledig elektrische bestelbusjes blijft de vrijstelling wel bestaan. Dat moet de overstap naar elektrisch stimuleren.

Trein duurder
Een treinreis bij de NS wordt gemiddeld zo’n 6 procent duurder. In 2024 bleven de prijzen nog gelijk. Dat kon doordat de overheid 120 miljoen euro uittrok om eenmalig een prijsverhoging te voorkomen.
Nu zouden treinreizen eigenlijk wel 12 procent duurder moeten worden om gestegen kosten te compenseren. Maar de overheid komt toch weer met extra geld en de NS accepteert ook een lagere opbrengst. En daardoor blijft de prijsstijging beperkt tot 6 procent.

Gezondheid
Nicotinezakjes verboden
Zakjes met nicotine, die je tussen je tanden en lip kan stoppen, mogen niet meer worden verkocht. Zakjes met een hoog gehalte nicotine waren al verboden, nu mogen zakjes met minder nicotine ook niet meer. Zakjes met tabak voor in de mond, het Zweedse snus, waren al verboden.
Nu geldt dit verbod dus ook voor zakjes zonder tabak maar met nicotine. Want ook alleen nicotine is slecht voor je. Het is verslavend en als je er veel van binnenkrijgt kan dit je zenuwstelsel beschadigen en hartritmestoornissen veroorzaken.

Controle op rauwe melk
Boeren die rauwe melk verkopen moeten die voortaan maandelijks testen op ziekteverwekkers (salmonella, campylobacter en E .coli). Als de uitslagen zes maanden lang goed zijn, mogen ze iedere twee maanden testen.
Rauwe melk is veel vaker besmet met deze bacteriën dan gepasteuriseerde melk uit de supermarkt. Die wordt 15 tot 30 seconden verhit tot 72 graden om bacteriën te doden. Het Voedingscentrum raadt met name zwangeren, baby’s en ouderen aan om geen rauwe melk te drinken.

Basispakket zorgverzekering aangepast
Er worden wat nieuwe dingen vergoed in de basisverzekering. Mensen met ernstige reumatoïde artritis krijgen voortaan oefentherapie vergoed. Dat kan bij een fysiotherapeut of oefentherapeut.
Mensen met longziekte COPD in fase 2 of ernstiger krijgen voortaan een onbeperkt aantal oefentherapiesessies vergoed. Er gold tot nu toe een maximum.
En revalidatie voor ouderen wordt vaker vergoed. Zo vervalt de voorwaarde dat je eerst in een ziekenhuis moet hebben gelegen.
Er wordt ook een vergoeding teruggeschroefd. Het medicijn codeïne wordt alleen nog vergoed als je steeds opnieuw diarree hebt of al 15 dagen achter elkaar. Maar niet meer bij hoest, pijn of acute diarree. Het is volgens de overheid niet bewezen dat codeïne daartegen werkt, terwijl het middel wel bijwerkingen kan hebben.

Persoonsgebonden budget op maat
Mensen die door ouderdom, handicap of ziekte specifieke zorg nodig hebben, kunnen daarvoor een persoonsgebonden budget krijgen (pgb). Uit dat budget kan die zorg betaald worden. Mensen kregen hiervoor een maximumbedrag op basis van hun zorgprofiel, maar dat verandert. Iedereen krijgt voortaan een ‘pgb op maat’.
Het zorgkantoor kijkt eerst naar de specifieke zorgbehoefte van iemand. Daarna wordt een passend budget vastgesteld. Volgens de overheid is dit goedkoper omdat in de praktijk bleek dat mensen in de meeste gevallen de zorg kregen die ze nodig hadden, ook zonder dat ze het maximumbedrag gebruikten.

Belastingaftrek vervoer bij ziekte of handicap eenvoudiger
Mensen die met de auto naar een dokter, ziekenhuis of apotheek moeten, kunnen voortaan een vast bedrag van 23 cent per kilometer aftrekken van hun inkomstenbelasting. Tot nu toe moest je zelf de kosten per kilometer berekenen en bonnen bewaren van brandstof-, verzekerings- en onderhoudskosten. Dat hoeft dus niet meer.
En mensen die door ziekte of handicap minder dan 100 meter kunnen lopen, mogen een vast bedrag van 925 euro aftrekken. Dat is omdat ze bijvoorbeeld een grotere auto nodig hebben waar een rolstoel in past.

Duurzaamheid energie
Zero-emissiezones gemeenten
Veertien gemeenten voeren een zero-emissiezone in voor bedrijfsauto’s in hun binnenstad. Dat betekent dat nieuwe bestelbusjes en vrachtauto’s die niet elektrisch zijn of op waterstof rijden, daar niet meer mogen komen. Het gaat dus om bedrijfswagens die op 1 januari 2025 of later op kenteken zijn gezet. Wat oudere bestelbusjes en vrachtwagens mogen nog een paar jaar de zones in. Hoeveel jaar is afhankelijk van de uitstootklasse van de wagen. En ondernemers kunnen ook nog eens ontheffingen aanvragen, bijvoorbeeld als ze maximaal 12 dagen in een jaar in zo’n zone moeten zijn.

Elektrische bussen in ov
Alle nieuwe bussen in het openbaar vervoer moeten uitstootvrij zijn, dus elektrisch of op waterstof. Dat hebben de overheid, provincies en vervoerregio’s onderling afgesproken. In 2030 moeten ook alle oude bussen op brandstof vervangen zijn door uitstootvrije bussen.

Petflessen
Petflessen (van polyethyleentereftalaat) moeten voortaan voor minstens 25 procent uit gerecycled plastic bestaan. Deze regel geldt in de hele EU. In 2030 gaat de eis omhoog naar minstens 30 procent.

Accijns op brandstof toch niet omhoog
En iets dat eigenlijk per 1 januari zou veranderen, maar toch hetzelfde blijft. In 2022 werd de accijns op benzine, diesel en LPG verlaagd omdat toen na de Russische inval in Oekraïne de brandstofprijzen hard stegen. Deze verlaging zou eind 2024 stoppen, maar is door het kabinet met een jaar verlengd. Zou de verlaging zijn geschrapt, dan zou benzine zo’n 21 cent per liter duurder worden.

Energiebelasting aardgas omlaag
De energiebelasting op aardgas gaat ietsje omlaag, van 0,7054 euro per kubieke meter gas naar 0,6996 euro. Het plan was eigenlijk dat de energiebelasting juist iets omhoog zou gaan, om mensen te stimuleren minder aardgas te gebruiken.
Maar het kabinet zegt huishoudens tegemoet te willen komen in hun energiekosten. Doordat de verhoging is omgezet in een verlaging, betaalt een gemiddeld huishouden 29 euro minder belasting per jaar.

Arbeidsmarkt en bedrijven
Handhaving op schijnzelfstandigheid zzp’ers
De Belastingdienst gaat na jaren discussie en onduidelijkheid de wet tegen schijnzelfstandigheid handhaven. Dat betekent dat bedrijven en organisaties geen zzp’ers en freelancers meer mogen inhuren voor werk dat ze niet zelfstandig uitvoeren. Zzp’ers mogen namelijk niet werken als schijnzelfstandige: iemand die in de praktijk hetzelfde doet als een werknemer.
De wet hiervoor is al in 2016 ingegaan. De handhaving volgt dus nu pas, maar die is in 2025 nog wel halfslachtig. De Belastingdienst gaat nog geen boetes geven.
Wel kunnen werkgevers naheffingen krijgen. Dan moeten bedrijven dus alsnog loonbelasting en sociale premies betalen omdat iemand als zzp’er was ingehuurd, terwijl dat als werknemer had moeten zijn. Maar voor zo’n naheffing kan de Belastingdienst ook eerst nog een waarschuwing geven.

Zelfstandigenaftrek weer stap omlaag
Al jarenlang gaat ieder jaar de zelfstandigenaftrek een stuk omlaag. Dat is om de belastingverschillen tussen zzp’ers en werknemers kleiner te maken. De aftrek daalt met 1280 euro van 3750 euro naar 2470 euro. Daardoor krijgen zzp’ers dus minder korting op hun inkomstenbelasting.

Opvolging familiebedrijf anders
Als je een bedrijf erft of geschonken krijgt, bijvoorbeeld van je ouders, dan ben je voor een groot deel vrijgesteld van de normale erf- en schenkingsbelasting. Dat is om het overdragen van familiebedrijven van generatie op generatie niet te moeilijk te maken.
Die vrijstellingsbedragen en percentages veranderen nu. De eerste 1,5 miljoen van de bedrijfswaarde is 100 procent vrijgesteld. De waarde daarboven voor 75 procent vrijgesteld. Dat was 100 procent voor de eerste 1,33 miljoen en 83 procent voor de waarde daarboven.
En er was ook de eis dat de opvolger het bedrijf minstens vijf jaar in bezit moest houden om van deze regeling gebruik te maken. Dat wordt drie jaar, zodat ondernemers eerder meer flexibiliteit hebben in hun bedrijfsvoering, is het idee van het kabinet.

Europese kleineondernemersregeling
Kleine ondernemers die in verschillende EU-landen actief zijn kunnen voortaan meedoen aan de Europese kleineondernemersregeling. Ze hoeven dan geen btw te berekenen aan klanten in andere EU-landen. En dan hoeven ze dus ook geen btw-aangifte te doen. Je mag eraan meedoen met een jaaromzet in andere landen tot maximaal 100.000 euro.
De Nederlandse kleineondernemersregeling verandert ook. Tot nu toe moest je minstens drie jaar aan die regeling deelnemen, zolang je omzet onder de 20.000 euro bleef. Maar vanaf nu mag je wanneer je maar wil ermee stoppen. En voorheen moest je drie jaar wachten tot je er opnieuw aan mee kon doen. Voortaan kan dat sneller, in het jaar nadat je bent gestopt.

Lage-inkomensvoordeel verdwijnt
Werkgevers die werknemers met een laag loon in dienst hebben, konden hiervoor een tegemoetkoming van maximaal 960 euro krijgen. Die was bedoeld als stimulans om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen.
Maar deze regeling was volgens de overheid niet behulpzaam voor deze mensen, dus die wordt afgeschaft. Het geld dat hierdoor vrijkomt wordt ingezet voor andere tegemoetkomingen voor werkgevers.
Wonen

NHG-hypotheek kan hoger
Huizenkopers kunnen voor woningen tot maximaal 450.000 euro een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) krijgen. Dat is 15.000 euro meer dan tot nu toe. De premie voor het afsluiten van een NHG- hypotheek daalt van 0,6 naar 0,4 procent.

Als je door bijvoorbeeld werkloosheid of scheiding je huis met verlies moet verkopen, neemt de Nationale Hypotheek Garantie de restschuld over en betaalt die aan de bank. Banken vinden die zekerheid fijn en daarom is de rente van een NHG-hypotheek wat lager dan van een hypotheek zonder NHG.

Maximale hypotheek hoger
De maximale hypotheek die je kan krijgen op basis van je inkomen stijgt voor veel mensen. Het Nibud bepaalt dat maximum ieder jaar. En door een gemiddelde verwachte loonstijging van zo’n 4,3 procent kan een huishouden met een jaarinkomen van 70.000 euro ongeveer 7000 euro meer lenen.

Gemeenten kunnen huisjesmelkers beboeten
Sinds 1 juli geldt de Wet betaalbare huur. Die regelt dat er voor veel huurwoningen een maximale huur geldt, op basis van een puntensysteem. Voorheen konden verhuurders vragen wat ze wilden. Je kon afgelopen halfjaar al bij de Huurcommissie om verlaging vragen als een verhuurder te veel vroeg.
En vanaf 1 januari kunnen gemeenten ook boetes uitdelen als verhuurders te veel vragen. Die kunnen oplopen tot 100.000 euro. Die boetedreiging moet ertoe leiden dat verhuurders zich vaker aan de wet houden en een stap naar de Huurcommissie dus niet nodig is.

Huren omhoog
Vanaf 1 januari mogen de huren in de vrije sector en de middenhuursector omhoog. In de vrije sector is dat maximaal 4,1 procent (inflatie + 1 procent). Voor middenhuur is dat maximaal 7,7 procent (loonstijging + 1 procent).
Dat betekent niet dat de huren ook allemaal per 1 januari omhoog gaan. De verhoging mag namelijk eenmaal per 12 maanden plaatsvinden en kan bijvoorbeeld ook in april vallen omdat iemand in die maand ooit begon met huren. Van oudsher worden de huren ook vaak iedere 1 juli verhoogd.
De middenhuursector bestaat pas sinds een half jaar. Toen werd een wet ingevoerd die regelt dat er voor veel voormalige vrijesectorwoningen een maximumhuur komt op basis van een puntensysteem. Dat maximum geldt alleen voor nieuwe contracten.
In de sociale sector worden de huren pas op 1 juli verhoogd. In 2025 mag dat met maximaal 5 procent.

Kinderopvang
Verplichte bijscholing voor opvang baby’s
Mensen die in de kinderopvang met baby’s werken, dus kinderen van 0 jaar, moeten voortaan speciale kennis en vaardigheden hebben. Sommigen zullen hiervoor bijscholing moeten krijgen, voor anderen volstaat het diploma dat ze al hebben.

Minimale taaleis medewerkers opvang en BSO
Van pedagogisch medewerkers in de kinderopvang wordt voortaan geëist dat ze het Nederlands minimaal tot een bepaald niveau beheersen. Want als je de taal goed kent, leren kinderen die ook beter, is de gedachte.
Medewerkers moeten minimaal spreekniveau 3F of B2 hebben. Medewerkers die alleen Fries spreken met kinderen, hoeven niet aan de Nederlandstalige eis te voldoen. Ze moeten wel bewijzen dat ze het Fries voldoende beheersen.
Hetzelfde geldt als je alleen Engels, Frans of Duits met kinderen spreekt. Ook voor buitenschoolse opvang komt een taaleis, maar die is lager: 2F of B1.

Eisen voor speeltoestellen gastouders versoepeld
Voor speeltoestellen in speeltuinen gelden strengere eisen dan voor bijvoorbeeld een schommel in de achtertuin van een particulier. Maar gastouders (mensen die thuis voor geld aan kinderopvang doen) zouden door een uitspraak van een rechter toch aan die strenge eisen voor openbare speeltoestellen moeten voldoen.
Nu is besloten dat dat toch niet hoeft, want er zijn volgens de overheid al genoeg regels voor de veiligheid bij gastouders. Zo is er een jaarlijkse risico-inventarisatie en houdt de GGD toezicht.

En verder
Cryptowet moet consument beschermen
En dan een EU-wet die niet op 1 januari, maar al op 30 december 2024 ingaat: De zogeheten Mica-wet (Markets In Crypto-Assets). Die gaat over de handel in cryptomunten zoals bitcoin.
De wet regelt dat handelsplatforms en uitgevers van cryptomunten een vergunning moeten hebben. Ook mogen ze geen misleidende reclames maken of kopers bewust verkeerd informeren. Verder moeten ze geld opzij zetten als reserve.

Locatie bijen
Imkers moeten voortaan aan de overheid doorgeven waar hun bijenkorf met levende bijen staat. Zowel hobbyisten als professionele imkers moeten dit doen. Die registratie is volgens de overheid belangrijk om snel te kunnen handelen bij een dierziektecrisis of problemen voor de volksgezondheid.

Tegemoetkoming studenten leenstelsel
Oud-studenten die onder het leenstelsel studeerden en geen basisbeurs ontvingen, krijgen een tegemoetkoming. Het gaat om studenten die minimaal een jaar onder het leenstelsel hebben gestudeerd en hun diploma binnen tien jaar hebben gehaald.
Ze krijgen een maandelijks bedrag van 34,17 euro. En dat maximaal tot 1640 euro voor mensen die minstens vier jaar hebben gestudeerd. En minimaal 410 euro voor mensen die een jaar onder het leenstelsel hebben gestudeerd.

Oorlogsarchief openbaar
En iets dat 2 januari online beschikbaar zou komen, maar toch ietsje later komt: het archief over de Tweede Wereldoorlog van het Nationaal Archief, het grootste oorlogsarchief van Nederland.
Daarin is ook informatie te vinden over mensen die na de Tweede Wereldoorlog verdacht werden van samenwerking met de Duitse bezetter en strafrechtelijk zijn onderzocht. De papieren versie was al in te zien voor onderzoekers en nabestaanden van verdachten.
Vanaf 2 januari zou iedereen dit Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging online kunnen doorzoeken, maar vanwege privacybezwaren van de Autoriteit Persoonsgegevens wordt dat toch anders.
Je kunt het archief wel digitaal doorzoeken, maar alleen ter plekke in Den Haag, en alleen onderzoekers en nabestaanden krijgen toegang. Zij mogen niks kopiëren. Vanwege deze aanpassingen wordt het archief niet op 2 januari online toegankelijk, maar ergens begin dit jaar.

Bron: NOS/ANP

‘Privégebruik auto blijft een valkuil’

Stan Rethans is voorzitter van de Kennisgroep cao van de Belastingdienst. Geregeld vertelt hij over wat hij tegenkomt in zijn vakgebied. Deze keer over het privégebruik van de auto. Rethans schrijft zijn columns op persoonlijke titel.

Het blijft verbazingwekkend. Op dit moment – 14 jaar na de introductie – worden nog steeds veel basale vragen over de werkkostenregeling gesteld. Hetzelfde geldt voor het onderwerp privégebruik auto (hierna: pga).

De regeling pga is in eerste aanleg natuurlijk eenvoudig en bij elke salarisadministrateur bekend. Maar die eenvoud zit hem feitelijk in de talloze situaties waarin je te maken hebt met één auto die je als werkgever aan één werknemer ter beschikking stelt.

Bij elke werkgever en werknemer in Nederland is bekend dat je als werknemer niet meer dan 500 kilometer privé mag rijden. Doe je dat wel, dan volgt een bijtelling pga auto van 22% over de catalogusprijs. Tot zover niets aan de hand.

Toch blijkt in de praktijk dat veel werkgevers (met name in de uitzendbranche) niet goed op de hoogte zijn van de fiscale handelwijze en gevolgen wanneer een zakelijke auto door meerdere werknemers kan worden gebruikt. Daarom is het goed om een aantal punten toe te lichten.

Ter beschikking stellen van een auto
Cruciaal voor de bijtelling privégebruik auto is dat het moet gaan om een ter beschikking gestelde auto aan de werknemer. De werknemer moet de feitelijke beschikkingsmacht hebben om ermee te rijden. En dan is onmiddellijk de forfaitaire bijtelling van toepassing. Die feitelijke beschikkingsmacht is er niet als werknemers slechts in de auto van de zaak mogen rijden om een specifieke opdracht voor de werkgever uit te voeren.

Er is sprake van loon in natura en om waarderingsproblematiek te voorkomen heeft de wetgever een keihard bewijscriterium in de wet opgenomen. Om aan de bijtelling te ontsnappen, moet de werkgever sluitend (tegen)bewijs leveren dat de auto voor minder dan 500 kilometer privé is gebruikt door de werknemer.

Het misverstand
Maar dan komt het misverstand. Veel werkgevers zeggen dat ze aan de werknemers een verbod hebben opgelegd om privé met de auto te rijden. Zij letten daar ook goed op. Ze houden bijvoorbeeld de tankpas goed in de gaten, want zij willen extra brandstofkosten voorkomen. Helaas is dan de fiscale kant niet goed afgedekt omdat de wettelijke pga-bepaling eist dat je als werkgever bewijs moet leveren.

Het is niet genoeg als je als werkgever verbiedt om privé met de auto te rijden. Of als je in het contract met de werknemer opneemt dat de werknemer € 0,23 vanuit het nettoloon moet betalen per gereden privékilometer. Dat kun je arbeidsrechtelijk wel afspreken, maar dat is niet genoeg om onder de fiscale bijtelling uit te komen.

Pas op het moment dat je als werkgever sancties zet op dat verbod en ook daadwerkelijk controleert of de werknemer niet privé rijdt, is tegenbewijs mogelijk. Je zult als werkgever jouw bewijs moeten aantonen, dat is zwaarder dan alleen aannemelijk maken. Overigens kan het bedrag dat de werknemer per kilometer (zie de € 0,23 hierboven) aan zijn baas moet betalen wel in mindering komen op de bijtelling pga als eigen bijdrage.

Forfaitaire bijtelling bij wisselende auto’s of gebruikers
Het is goed om als werkgever in deze situatie op een aantal punten te letten:

a) Stel vast dat je als werkgever uitsluitend gerichte zakelijke opdrachten geeft aan jouw werknemers waarvoor zij de auto mogen gebruiken. Als daarnaast sprake is van een verbod op privégebruik, zorg er dan voor dat dit verbod realiteitswaarde heeft. En controleer daar voldoende op met mogelijke sancties. De conclusie luidt in dit geval dan dat geen bijtelling behoeft plaats te vinden.

b) Als je als werkgever meerdere werknemers in dezelfde ter beschikking gestelde auto laat rijden. dan beschikken zij waarschijnlijk niet doorlopend over een auto. Maar als de werknemers op zich wel altijd gebruik kunnen maken van de auto, dan moet je als werkgever de volledige forfaitaire bijtelling voor de auto in redelijkheid verdelen over de gebruikers en de mate van gebruik. De forfaitaire bijtelling kan slechts achterwege blijven als op jaarbasis is gebleken dat de auto niet meer dan 500 kilometer privé is gebruikt. Bij de verdeling over de werknemers kun je uitgaan van het procentuele gebruik per werknemer.

c) Soms staat een auto niet doorlopend aan een werknemer ter beschikking. Bijvoorbeeld omdat de werknemers op door hen gekozen dagen de auto (soms via een app) moeten reserveren om daar dan mee te rijden. In dat geval moet de 500-kilometergrens voor privédoeleinden worden herrekend, afhankelijk van het gebruik van de auto door het aantal werknemers die erin rijden.

Als een werknemer in een kalenderjaar 1 maand in de auto heeft mogen rijden, dan moet de werknemer met zijn privékilometers onder de 31/365 x 500 = 42,5 kilometer (afgerond) blijven. Komt hij daarboven, dan bedraagt de bijtelling uitgaande van een auto met cataloguswaarde € 50.000 als volgt: 31/365 x (22% x € 50.000) = € 934.

Als op een aantal dagen gebruik is gemaakt van een andere ter beschikking gestelde auto, dan moet over die dagen uiteraard worden uitgegaan van de catalogusprijs van die andere auto. Voor de dagen dat de auto door niemand wordt gebruikt, vindt bij geen van de werknemers in dit voorbeeld een bijtelling plaats.

De wettelijke regeling privégebruik auto lijkt eenvoudig, maar ontspint zich in talloze feitelijke situaties. Het is bovendien een echt bewijsartikel. Bedenk dat jij als werkgever verantwoordelijk bent voor de juiste toepassing, en niet de werknemer. Zorg ook fiscaal voor veilige ritten!

Bron: SalarisNet

Auto van de zaak legt voor het eerst meer schone kilometers af dan op diesel

Kilometers in een auto van de zaak worden vaker elektrisch afgelegd dan op dieselbrandstof, en dat is voor het eerst. Dieselauto’s kelderen in populariteit onder zakelijke automobilisten, blijkt uit cijfers van statistiekbureau CBS over 2023.

Bijna een kwart van alle zakelijke kilometers in 2023 is met een elektrische auto gereden. Het gaat om 5,9 miljard kilometers die volledig elektrisch zijn afgelegd.
Dat is bijna het dubbele van de 3,6 miljard kilometer die zakelijke dieselauto’s reden in 2023. Onder deze groep auto’s vallen ook de dieselhybrides.

Een gemiddelde auto van de zaak reed 20.500 kilometer in een jaar. Elektrische auto’s gingen iets minder ver met 20.300 kilometer, terwijl dieselauto’s met 24.800 kilometer op de teller gemiddeld juist meer afstand aflegden.

Benzineauto’s blijven het populairst, zowel onder zakelijke als particuliere automobilisten. Iets meer dan de helft van alle zakelijke kilometers werd afgelegd op het gangbare aardolieproduct.
De impact van de coronapandemie is nog steeds zichtbaar in het aantal zakelijke kilometers per auto. In 2023 is er 3,4 procent minder afstand afgelegd dan vier jaar eerder.

Bron: NU.nl

KGS laadkosten auto van de zaak

De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over de vergoeding van laadkosten van de auto van de zaak. Het standpunt KG:204:2022:31 wordt hierbij ingetrokken.
Een werkgever stelt aan werknemers een elektrische auto van de zaak ter beschikking. Bij hun woning heeft de werkgever een laadpaal laten plaatsen. De werknemers betalen de elektriciteitskosten voor het laden van de auto van de zaak via hun eigen (privé)meter aan hun energiemaatschappij. De werkgever vergoedt deze elektriciteitskosten aan de werknemers. Iedere verbruikte kilowattuur voor het opladen van de auto wordt automatisch geregistreerd door de laadpaal en vervolgens door de partij die het opladen van auto’s voor de werkgever administreert, doorgegeven aan de werkgever. Dat vormt de basis voor de vergoeding van de (intermediaire) elektriciteitskosten van de auto van de zaak aan de werknemers.

De energieprijs voor iedere kWh bestaat, naast een vast leverings- en transporttarief, uit de volgende onderdelen:
1. het variabel leveringstarief
2. de opslag voor duurzame energie (ODE)
3. de energiebelasting
4. de vermindering van de energiebelasting

Wat betreft de vermindering van de energiebelasting kan worden opgemerkt dat de overheid een deel van het energieverbruik ziet als basisbehoefte waarover geen belasting hoeft te worden betaald. De energiebelasting wordt daarom verminderd met een vast bedrag per elektriciteitsaansluiting per jaar, verrekend via de energierekening. Ook iemand die in een jaar minder energiebelasting betaalt dan het bedrag van de belastingvermindering ontvangt de volledige vermindering. Deze vermindering is per 1 januari 2022 sterk verhoogd als compensatie voor de gestegen energieprijzen.
Omdat het bepalen van de hoogte van de vergoeding op declaratiebasis tot een grote uitvoeringslast leidt, mede gezien de grote variatie in energiecontracten en prijzen, verzoekt de werkgever de inspecteur akkoord te gaan met het toepassen van de gemiddelde elektriciteitsprijs voor consumenten die het CBS publiceert (hierna: consumentenprijs). Het CBS hanteert echter ook lagere tarieven, namelijk de gemiddelde prijzen van eindgebruikers. Zie voor een nadere toelichting op deze prijzen de site van het CBS.
De werkgever stelt dat het verschil tussen beide CBS-tarieven gevormd wordt door de vaste prijscomponenten (onderdelen 2, 3 en 4); gemiddeld een negatief bedrag door de vermindering van energiebelasting. Hij wil de vaste prijscomponenten buiten beschouwing laten, omdat deze bedragen niet afhankelijk zijn van het daadwerkelijke verbruik van energie voor de laadpaal. De werkgever wil dus uitgaan van de consumentenprijs.

Vraag
Blijft een vergoeding van de werkgever op basis van de consumentenprijs of de eindverbruikersprijs buiten de loonsfeer?

Antwoord
Nee, omdat de werkgever niet aannemelijk maakt dat de vergoeding gelijk is aan de werkelijke uitgaven van de werknemer aan elektriciteit voor de auto van de zaak (intermediaire kosten). Ook kan de vergoeding niet worden aangemerkt als een zakelijke transactie.

Bron: Belastingdienst

Eindheffing doorlopend afwisselend gebruikte bestelauto omhoog per 1 januari 2025

Het bedrag van de eindheffing doorlopend afwisselend gebruikte bestelauto van € 300 per jaar gaat per 1 januari 2025 omhoog naar € 438 per jaar en wordt per 1 januari 2026 jaarlijks geïndexeerd.

Als bestelauto’s doorlopend afwisselend worden gebruikt door twee of meer werknemers is lastig vast te stellen of en aan wie de bestelauto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld. Voor deze bestelauto’s wordt het privévoordeel vastgesteld op een vast bedrag van € 300 per jaar dat door middel van een eindheffing door de werkgever wordt betaald. Deze eindheffing blijkt sinds 2006 niet te zijn geïndexeerd. Dit gebeurt alsnog. De eindheffing wordt daardoor in 2025 € 438 euro en deze wordt vervolgens vanaf 2026 jaarlijks geïndexeerd.

Bijtellingsregeling
Met ingang van 1 januari 2006 is de bijtellingsregeling voor een mede voor privédoeleinden aan
een werknemer ter beschikking gestelde auto in de Wet LB 1964 opgenomen. Op grond
van die regeling wordt het privévoordeel voor deze auto forfaitair belast met loonbelasting.
De bijtelling bedraagt in principe een percentage van de cataloguswaarde van de auto.

Bijtelling ook voor bestelauto
Het bijtellingspercentage is gebaseerd op een mix van verschillende benaderingswijzen van de
vaststelling van het privévoordeel. In de eerste plaats is gekeken naar de besparingswaarde en in
de tweede plaats is gekeken naar de kosten die feitelijk zijn gemaakt ter zake van de auto. De
bijtelling geldt ook voor een aan een werknemer ter beschikking gestelde bestelauto.

Uitzondering bij doorlopend afwisselend gebruik
Voor bestelauto’s zijn echter enkele wettelijke uitzonderingen van toepassing op de reguliere
bijtelling voor de ter beschikking gestelde bestelauto, omdat – onder meer door de eisen die worden
gesteld aan de inrichting van de bestelauto’s – privégebruik minder voor de hand ligt en in mindere
mate zal plaatsvinden.

Een van deze uitzonderingen is van toepassing als bestelauto’s in verband met de aard van het werk doorlopend afwisselend worden gebruikt door twee of meer werknemers en in verband daarmee lastig is vast te stellen of en aan wie de bestelauto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld.

Vast bedrag d.m.v. eindheffing
Voor deze bestelauto’s wordt de voor het eventuele privévoordeel verschuldigde belasting vastgesteld op een vast bedrag van € 300 per jaar dat door middel van een eindheffing die de werkgever betaalt. Dit bedrag is sinds 2006 niet gewijzigd, terwijl het bedrag van € 300 is bedoeld als een benadering van de belasting die is verschuldigd over het privévoordeel van een bestelauto die in principe zakelijk wordt gebruikt, maar waarvan privégebruik niet helemaal is uit te sluiten vanwege het doorlopende afwisselende gebruik. Het ligt daarom voor de hand om het bedrag te indexeren.

Verhoging per 2025 en jaarlijkse indexatie
Met de maatregel in het Belastingplan 2025 wordt daaraan uitvoering gegeven door het bedrag van de eindheffing van € 300 per jaar met ingang van 1 januari 2025 te verhogen naar € 438 per jaar en laatstgenoemd bedrag met ingang van 1 januari 2026 jaarlijks te indexeren.

Bron: Belastingplan 2025 / Salaris Vanmorgen

Notitie met fiscale regels voor deelauto met praktijkvoorbeelden

Een notitie van de Belastingdienst is gepubliceerd met voorbeelden om de geldende regels ten aanzien van het gebruik van deelauto’s door werknemers te verduidelijken.

De Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst heeft in een brief van 15 mei 2024 aangekondigd dat de Belastingdienst een aantal voorbeelden zal publiceren om de regels ten aanzien van het gebruik van deelauto’s door werknemers te verduidelijken. De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft hiertoe een notitie opgesteld. De notitie bestaat uit een algemene beschouwing en zeven praktijkvoorbeelden.

Wat is een deelauto?
De deelauto is fiscaal niet gedefinieerd. In het kader van deze notitie wordt onder een deelauto verstaan: een auto die door meerdere personen wordt of kan worden gebruikt. Dat kan een werkgever zijn die één auto aan meerdere werknemers ter beschikking stelt of een externe aanbieder die auto’s ter beschikking stelt aan een werknemer, al dan niet via diens werkgever.

Bijtelling
Als een werkgever aan zijn werknemer een auto ter beschikking stelt, is sprake van loon in natura. In dat geval geldt: de regeling privégebruik auto. Deze regeling is opgenomen in artikel 13bis Wet LB 1964. Op grond van deze regeling moet de werkgever een forfaitaire bijtelling in aanmerking nemen bij de werknemer als de auto ook voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld door of namens de werkgever.

Ter beschikking gestelde auto
Artikel 13bis Wet LB 1964 is alleen van toepassing als sprake is van een ter beschikking gestelde auto. De vraag of een werkgever aan zijn werknemer een deelauto ter beschikking stelt, is niet altijd eenvoudig te beantwoorden. Wanneer is dit het geval?

Volgens de Hoge Raad houden de woorden ‘ter beschikking gesteld’ in dat de belastingplichtige de macht heeft om over de auto naar goedvinden te beschikken.
Blijft de feitelijke beschikkingsmacht over de auto bij de werkgever, dan is geen sprake van een aan de werknemer ter beschikking gestelde auto.

Als sprake is van een ter beschikking gestelde auto, moet de werkgever de regeling privégebruik auto toepassen per kalenderjaar. Dit is anders als de werknemer slechts gedurende een beperkte periode kan beschikken over een auto (bijvoorbeeld een dag of een maand). Dan moet de werkgever de regeling naar evenredigheid toetsen. Dit is meestal het geval als een abonnement wordt afgesloten met een deelautobedrijf.

Als de werknemer niet altijd over een auto van een deelautobedrijf kan beschikken is de regeling privéauto alleen van toepassing op de dagen dat de werknemer de auto reserveert. Dit is anders als een werknemer op bijna ieder moment kan beschikken over een auto van een deelautobedrijf. Dit is bijvoorbeeld het geval als:

• de auto’s bijna niet worden gebruikt door anderen;
• verlenging van de gereserveerde tijd bijna altijd mogelijk is; en
• de auto niet steeds moet worden teruggezet op de plaats waar de auto is opgehaald.

In dat geval is de regeling privégebruik auto van toepassing op het gehele kalenderjaar.

Een ter beschikking gestelde (deel)auto wordt in ieder geval geacht ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld, tenzij blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt (kilometers voor woon-werkverkeer zijn zakelijke kilometers).

Bijtelling bij wisselende auto’s of gebruikers
Als een werkgever dezelfde auto aan meerdere werknemers ter beschikking stelt en de werknemer dus waarschijnlijk niet doorlopend kan beschikken over een auto moet de forfaitaire bijtelling op grond van de wetssystematiek in redelijkheid worden verdeeld.

Als de werknemer niet steeds dezelfde auto gebruikt, omdat hij uit verschillende auto’s kan kiezen, kan de grondslag (de cataloguswaarde) van de auto wisselend zijn. Hiermee moet de werkgever rekening houden bij het berekenen van de hoogte van de forfaitaire bijtelling.
Als bijvoorbeeld de werkgever de deelauto met een cataloguswaarde van € 45.000 op 1 juli vervangt door een auto met een cataloguswaarde van € 60.000 wijzigt de grondslag voor de bijtelling per 1 juli.

Overige bepalingen
Als geen sprake is van een ter beschikking gestelde auto en dus de regeling privégebruik auto niet van toepassing is, kunnen andere fiscale regelingen van toepassing zijn. Welke regeling van toepassing is, hangt af van de wijze waarop de werkgever de kosten van de (deel)auto voor zijn rekening neemt. Als de werknemer een vergoeding ontvangt, is sprake van loon in geld. Als de werkgever zorgt voor vervoer is sprake van loon in natura.

Gerichte vrijstelling
Een vergoeding van een deelauto (loon in geld) valt niet onder een gerichte vrijstelling. Een vergoeding voor privéreizen is volledig belast.

Als de werkgever de werknemer voorziet van een deelauto (een auto die niet ter beschikking wordt gesteld en dus niet valt onder de regeling privégebruik auto) is sprake van ‘vervoer vanwege de inhoudingsplichtige’. In dat geval is het vervoer onbelast als sprake is van een zakelijke reis. Eventuele privékilometers die een werknemer maakt met de auto zijn belast op basis van de werkelijke kosten.

Als de werknemer moet reizen om bij de auto te komen die hij gaat gebruiken voor een zakelijke reis, is de reis er naartoe ook zakelijk. De fiscale gevolgen van deze reis zijn afhankelijk van de vervoersvorm die gekozen wordt en of de werkgever dit vergoedt, verstrekt of ter beschikking stelt.

Aanwijzen als eindheffingsbestanddeel
Een werkgever kan een onbelaste vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling geven aan een werknemer als hij deze aanwijst als eindheffingsbestanddeel. Dit geldt niet voor een ter beschikking gestelde auto in de zin van artikel 13bis Wet LB 1964.

De werkgever kan bijvoorbeeld een vergoeding voor privégebruik, een stimulansbonus voor het gebruik van een deelauto of een aanvullende kilometervergoeding boven de onbelaste kilometervergoeding van € 0,23 per kilometer aan de werknemer aanwijzen. Voorwaarde voor aanwijzing is dat wordt voldaan aan de gebruikelijkheidseis.

Een aangewezen eindheffingsbestanddeel komt ten laste van de vrije ruimte van de werkgever.

Praktijkvoorbeelden
In de notitie staan een aantal voorbeelden om de regels ten aanzien van het gebruik van deelauto’s door werknemers te verduidelijken. Wat zijn de fiscale gevolgen voor de loonheffingen in de volgende zeven voorbeelden?

1. Werkgever reserveert auto voor een zakelijke reis
2. Werkgever heeft abonnement bij deelautobedrijf voor werknemers
3. Werknemer heeft abonnement bij deelauto bedrijf / gebruik enkele rit
4. Werknemer heeft abonnement met deelauto bedrijf / gebruik indien nodig
5. Werkgever biedt deelauto aan via mobiliteitsbudget
6. Werkgever huurt een auto voor drie werknemers
7. Werkgever heeft één bedrijfsauto voor drie werknemers

Voorbeeld 2. Abonnement bij deelautobedrijf voor werknemers

Een werkgever heeft een afspraak met een deelautobedrijf voor al zijn werknemers. Op basis hiervan kunnen de werknemers bij beschikbaarheid zelf een auto (in de buurt) reserveren. De werknemers mogen te allen tijde een auto reserveren voor zakelijke doeleinden. Vooraf is geen goedkeuring van de werkgever voor het gebruik van de auto nodig, maar privégebruik is niet toegestaan op straffe van een boete. De werkgever houdt achteraf daadwerkelijk toezicht op het privégebruik middels de facturen en bewaart de vastleggingen van dit toezicht in zijn administratie.

Wat zijn de fiscale gevolgen voor de loonheffingen?
• Er is sprake van een ter beschikking gestelde auto om de volgende redenen.
De werknemer heeft feitelijk de beschikkingsmacht over de auto tijdens het gebruik. Hij heeft de mogelijkheid om de auto te besturen en kan naar eigen inzicht bepalen voor welke doeleinden hij de auto gebruikt.
De werkgever geeft geen gerichte zakelijke opdracht voor het gebruik van de auto.
De werknemer mag de auto niet privé gebruiken, maar kan dit wel. Omdat de controle achteraf plaats vindt, kan de werkgever privégebruik niet verhinderen.
• De werkgever kan door het reëel verbod op privégebruik bewijzen dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt (tegenbewijsregel).
• De forfaitaire bijtelling van nihil is van toepassing en de eventuele privékilometers (dus maximaal 500 kilometer op kalenderjaarbasis) zijn daarom onbelast.

Bron: Salaris Vanmorgen