Vereenvoudigde rittenregistratie voor rij-instructeur – vrijdag 13 maart 2009

Voor een rij-instructeur is in het handboek loonheffingen 2009 een speciale regeling opgenomen om aan te tonen dat hij of zij in een kalenderjaar niet meer

 dan 500 kilometer privé heeft gereden. Volgens het handboek mag een rij-instructeur om praktisch redenen per werkdag de begin- en de eindkilometerstand en de achtereenvolgens bezochte lesplaatsen noteren. De exacte routes en tussenstanden van de kilometerteller kunnen dan achterwege gelaten worden.

Uit een recente uitspraak van het Hof Amsterdam blijkt dat voor het bewijs dat op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé is gereden, niet kan worden uitgegaan van een gemiddeld aantal kilometers per les.

In deze zaak had de rij-instructeur geen volledige rittenregistratie bijgehouden en ook geen gebruik gemaakt van de speciale regeling voor rij-instucteurs. De inspecteur bracht bij de aangifte inkomstenbelasting 2002 een correctie aan voor het privé-gebruik van de auto. De rij-instructeur was echter van mening dat uit het met de lesauto gereden aantal kilometers, in combinatie met het aantal gegeven lesuren en het gemiddeld aantal kilometers per lesuur, kon worden opgemaakt dat geen ruimte resteerde voor privé-gebruik. Het Gerechtshof Amsterdam kwam in deze zaak tot de conclusie dat met een dergelijke globale schatting niet overtuigend het bewijs van een beperkt privé-gebruik is geleverd.

Om de bijtelling te voorkomen moet een privé-gebruik van niet meer dan 500 kilometer worden aangetoond. Voor rijscholen kan bovengenoemde vereenvoudigde regeling uitkomst bieden. Inmiddels geldt overigens ook voor bestelauto’s een vereenvoudigde regeling.

Bron: Auto en Fiscus