Autokosten harder omhoog dan inflatie – maandag 6 juli 2009

Amsterdam, 06 juli 2009

De autokosten zijn de afgelopen tien jaar harder gestegen dan de inflatie. Brandstof werd meer dan 50% duurder en de parkeerkosten verdubbelden bijna.

De afschrijving op nieuwe auto’s steeg voortdurend.

 
Autorijden is de afgelopen tien jaar flink duurder geworden. De autokosten gingen over de hele linie omhoog. Ten opzichte van 1999 zijn autoverzekeringen nu 14% duurder en valt de motorrijtuigenbelasting 18% hoger uit. Auto-onderdelen stegen 19% in prijs. De kosten voor onderhoud en reparatie namen met 50% veel harder toe dan dat. Reden voor dit verschil in kostentoename is vooral het arbeidsloon bij autobedrijven. Waar onderdelen zich laten importeren, geldt dat niet voor de werkzaamheden op de werkplaats. Belangrijke kostenpost voor automobilisten is ook de brandstof. Weliswaar zijn de prijzen sinds vorige zomer gedaald, maar nog altijd werden zowel benzine, diesel als LPG in tien jaar tijd de helft duurder. De grootste kostenstijging van de afgelopen tien jaar vormen echter de parkeer- en tolgelden. Deze stegen flink harder dan de inflatie en gingen met maar liefst 80% omhoog.

Harder dan de inflatie
Autokosten stijgen harder dan de inflatie. Sinds januari 1999 is het prijspeil in Nederland met 26% gestegen. Dat komt neer op een gemiddelde inflatie van 2,3% per jaar. De hierboven genoemde autokosten stegen gemiddeld echter met 3,3% per jaar – in totaal 40% over een periode van tien jaar. Parkeer- en tolgelden zijn de grootste uitschieter met een jaarlijks stijgingspercentage van gemiddeld 5,8%. Dat is tweeënhalf keer zo hoog als de inflatie.

Meer afschrijven op nieuwe auto

Voor veel automobilisten is de auto ook duurder geworden vanwege een hogere afschrijving. De afgelopen tien jaar werden nieuwe auto’s 20% duurder, terwijl tweedehands auto’s met 20% in prijs daalden. Kopers van een nieuwe auto zagen dus niet alleen een nieuwe auto duurder worden, maar ook de inruilwaarde van hun oude bolide dalen. Neem iemand die begin 1999 een auto kocht voor omgerekend 15.000 euro om deze na drie jaar weer in te ruilen. Met een afschrijving van 16% per jaar verwachtte hij na drie jaar een restwaarde van 9.000 euro over te hebben. Aangevuld met 6.000 euro had hij gehoopt een nieuwe auto aan te schaffen. Begin 2002 heeft hij echter in totaal ruim een kwart (1600 euro) meer nodig omdat de nieuwe wagen 1100 duurder is dan gedacht en de oude 500 euro minder oplevert. Ook in de jaren na 2002 valt de afschrijving steeds hoger uit omdat de prijsontwikkeling van tweedehands auto’s voortdurend is achtergebleven bij die van nieuwe.

© 2009 ING Economisch Bureau